Slechts zestig gevangenen voor straf naar herkomstland


Drieëntwintig gevangenen werden gedwongen overgebracht naar hun land van origine, dertig anderen keerden op vrijwillige basis terug.

Open Vld eist dat de regering van deze transfers een prioriteit maakt en dat de ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken meer gaan samenwerken. Justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V) wijt de magere cijfers aan de onderhandelingen die elk dossier met zich meebrengen. "De betrokken staten moeten voor elk dossier hun instemming geven", zegt hij.

Midden september had bijna de helft van de gevangenen in ons land een buitenlands paspoort. "Het kan niet dat maar een fractie daarvan voor zijn straf terugkeert naar zijn land van herkomst", zegt Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld), ondervoorzitter van de commissie Justitie.

'Transfers' helpen niet tegen overbevolking gevangenissen

In de afgelopen vier jaar werden er maar 23 gedetineerden terug gestuurd naar hun herkomstland, 37 gevangenen pakten op eigen initiatief hun koffers. Open Vld vindt dat de ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken meer energie moeten steken in deze 'transfers'. 'Dit moet een prioriteit worden', zegt liberaal parlementslid Sabien Lahaye-Battheu.

Vier jaar geleden werd wettelijk vastgelegd dat een veroordeelde zijn straf kan uitzitten in zijn land van herkomst, zonder dat zijn expliciete toestemming vereist is. Die wet werd toen voorgesteld als een wondermiddel tegen de overbevolking van onze gevangenissen, maar voorlopig blijven de grootschalige effecten uit.

Sinds midden 2005 - toen de wet van start ging - zijn er welgeteld 23 veroordeelden verplicht vertrokken naar een gevangenis in hun herkomstland. In 2007 waren er 8 overbrengingen, in 2008 en 2009 telkens 7. Vier gedetineerden werden overgebracht naar Bulgarije, twee naar Polen, acht naar Roemenië, vier naar Nederland en twee naar Frankrijk. Zevenendertig anderen keerden op vrijwillige basis terug.

Bij elke overbrenging van een buitenlandse gevangene moet er een apart akkoord gesloten worden met het herkomstland. Dat verklaart volgens justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V) de povere cijfers. "Het gaat inderdaad om relatief kleine aantallen, wat het gevolg is van het feit dat de betrokken staten voor elk dossier hun instemming moeten geven", zegt hij.

Open Vld legt de schuld eerder bij de minieme samenwerking tussen de ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken. "Zij moeten samen meer inspanningen leveren om het aantal overbrengingen te verhogen," zegt Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld), ondervoorzitter van de commissie Justitie. "Hier wordt echt veel te weinig energie in gestoken. Het kan niet dat er maar een fractie van al de buitenlandse veroordeelden wordt uitgewezen."

Gebrek aan transfers

Statistieken van het Directoraat-Generaal voor de Penitentiaire Instellingen tonen aan dat de grootste groep vreemdelingen in de gevangenissen de Marokkaanse nationaliteit draagt. In maart 2007 bereikte de paarse regering na een jaar van moeizame onderhandelingen een akkoord met de Marokkaanse regering om gevangenen terug te brengen naar hun thuisland. Toenmalig justitieminister Laurette Onkelinx (PS) voorspelde toen dat dit akkoord de overbevolking zou indijken en een ontradend effect zou hebben op zware criminelen. Maar twee jaar later blijkt dat dit akkoord nog geen enkele 'transfer' heeft opgeleverd.

Op 15 september zaten er in onze strafinstellingen 4.276 gedetineerden met een buitenlandse nationaliteit. Op een totaal van 10.056 gedetineerden is dus bijna de helft van vreemde origine (43%). Binnen die groep zit veertig procent in voorlopige hechtenis, de helft zit effectief vast. Zes procent zijn geïnterneerden. Gedetineerden met een dubbele nationaliteit zitten in deze cijfers nog niet vervat. In 2007 was nog maar 36 procent van de gevangenen achter Belgische tralies van vreemde origine.

Experts benadrukken dat de grote vertegenwoordiging van buitenlanders in de Belgische gevangenissen met de nodige omzichtigheid moet worden geanalyseerd omdat het eerder om een sociaal dan om een etnisch of cultureel probleem gaat. De vreemdelingen zijn ook ondervertegenwoordigd in langere straffen of interneringen. Wat eveneens voor een oververtegenwoordiging zorgt, is dat vreemdelingen vlugger in voorlopige hechtenis terecht komen omdat het vluchtrisico hoger ligt. Zij moeten ook vaker hun hele straf uitzitten, daarna worden ze pas uitgewezen. Ten slotte komen buitenlandse gevangenen minder in aanmerking voor een vervroegde invrijheidstelling omdat ze zonder verblijfsvergunning maar moeilijk een nieuwe verblijfplaats kunnen opgeven.

Bron: De Morgen, 8 oktober 2009.

 

Niet meer dan 60 gevangenen zitten straf in eigen land uit

De afgelopen jaren zijn slechts 23 gevangenen verplicht uitgewezen om in hun eigen land hun straf uit te zitten. 37 gevangenen vroegen vrijwillig om hun straf in hun land van herkomst uit te zitten. Het is een bijzonder laag cijfer. Niet alleen omdat bijna de helft van de ruim 10.000 gevangenen in ons land buitenlanders zijn. Ook en vooral omdat de regering, toen ze enkele jaren geleden deze wettelijke mogelijkheid creëerde, grote hoop had hiermee een deel van de overbevolking in de gevangenissen aan te pakken. "De ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken moeten dringend prioriteit maken van deze transfers", zegt parlementslid Sabine Lahaye-Battheu (Open Vld).

Bron: Het Laatste Nieuws, 9 oktober 2009.