DAVO-kantoren maken gebruik van loonbeslag om het onderhoudsgeld in te vorderen


De Dienst voor Alimentatievorderingen heeft twee doelstellingen, namelijk de invordering van onderhoudsgeld en de betaling van voorschotten op onderhoudsgeld.

Om het onderhoudsgeld te innen heeft die dienst tegenwoordig heel wat instrumenten, onder andere beslag op goederen. Ook volledig loonbeslag ten laste van de onderhoudsplichtige behoort tot de mogelijkheden.

Toch stellen wij vast dat slechts een fractie van de door de dienst uitbetaalde voorschotten uiteindelijk gerecupereerd wordt van de onderhoudsplichtige. De onderhoudsplichtigen bedienen zich namelijk ook van een brede waaier aan mogelijkheden om zich te onttrekken aan die recuperatie. Ik denk aan het zich onvermogend verklaren of zich domiciliëren waar men niet echt woont, en waar er dan ook niet uit te voeren valt.

Het weinige geld dat via de dienst gerecupereerd wordt, wordt voor het grootste deel dan ook weer uitgegeven om voorschotten uit te keren. Een deel dient voor de betaling van het personeel. Wat overblijft, komt dan toe aan de onderhoudsgerechtigden.

Uit de cijfers blijkt dat de DAVO vorig jaar maandelijks 1,3 miljoen euro aan voorschotten uitbetaalde, terwijl dat in 2006, twee jaar voordien, nog 1 miljoen aan voorschotten bedroeg. Nog volgens het jaarverslag vorderde de dienst bijna 169 miljoen euro van onderhoudsplichtigen, maar slechts een fractie daarvan, 24 miljoen euro, werd effectief ook binnengehaald.

Mijnheer de staatssecretaris, ik had u graag vandaag het volgende willen vragen.

Ten eerste, volledig loonbeslag in hoofde van de onderhoudsplichtige is een mogelijkheid waarover de dienst thans beschikt. Wordt dat dan ook gebruikt? Zijn er kantoren die effectief overgaan tot volledig loonbeslag? Zo ja, hoeveel?

Ten tweede, wordt er frequent gebruik gemaakt van de optie om het bedrag van het verschuldigd onderhoudsgeld van het eventueel belastingsoverschot, dus de terugbetaling, van de onderhoudsplichtige in te houden? Dat is een nieuw of nog niet zo oud instrument. Wordt dat gebruikt? Heeft dat succes? Zo ja, in hoeveel gevallen?

Ten derde, maakt de DAVO nog gebruik van andere technieken om gelden te recupereren, en zo ja, welke?

Ten vierde, is er een plan tot herfinanciering van de dienst, zodat de bij de onderhoudsplichtigen gerecupereerde gelden efficiënter gebruikt kunnen worden?

Ten vijfde, gelden de cijfers die ik genoemd heb nog steeds, of is er in de loop van dit jaar — het is ondertussen november — een kentering merkbaar? Is er beterschap in zicht?

Staatssecretaris Bernard Clerfayt:

Loonbeslag is zeker een van de mogelijkheden waarvan de DAVO-kantoren gebruik maken om het onderhoudsgeld in te vorderen. Het volledige loon kunnen zij echter niet in beslag nemen. Krachtens artikel 16 van de DAVO-wet mag geen enkele invordering geschieden zolang de onderhoudsplichtige het leefloon geniet of indien hij slechts beschikt over bestaansmiddelen die lager liggen dan of gelijk zijn aan het bedrag van het leefloon waarop hij aanspraak zou kunnen maken. Bovendien mag de invordering niet tot gevolg hebben dat de onderhoudsplichtige slechts zou beschikken over bestaansmiddelen die lager liggen dan het bedrag van het leefloon waarop hij aanspraak zou kunnen maken. Ik kan u echter niet meedelen in hoeveel gevallen er gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van het loonbeslag aangezien daarover geen statistieken worden bijgehouden.

Wat de tweede vraag betreft, de compensatie die sinds de programmawet van 22 december 2008 zonder formaliteit kan worden verricht is een van de andere mogelijkheden waarover de DAVO beschikt. Uiteraard wordt die toegepast. Daarvan kan ik u echter ook geen resultaten geven omdat daarover geen statistieken worden bijgehouden.

Ten derde, naast de zojuist besproken invorderingsmaatregelen gebruikt de DAVO de gemeenrechtelijke procedures. Ik bedoel daarmee uiteraard het beslag onder derden en het beslag op roerende goederen. Van deze laatste mogelijkheid alsook van het beslag op onroerende goederen wordt echter zelden gebruik gemaakt. In het geval van roerend beslag is de waarde van de goederen dikwijls minimaal en in geval van beslag op onroerende goederen is de waarde van de vordering te laag om dat beslag te verantwoorden, ofwel is het onroerende goed belast met hypotheek.

Wat betreft de financiering, de interpretatie die de vraagsteller aan de financiële resultaten van de dienst geeft, verwijs ik naar het antwoord dat werd gegeven op de vragen van de dames Burgeon, Becq, Smeyers en Almaci en de heren Bonte en De Potter, tijdens de vergadering van deze commissie op 7 oktober 2009. Ik las het antwoord toen ook in naam van de minister.

Nogmaals, ik ontken dat een deel van het geld dat de DAVO heeft ingevorderd zou worden aangewend voor betaling van de loonkost van de medewerkers. Alles wat wordt ingevorderd gaat, na aftrek van de uitbetaalde voorschotten en de werkingskosten, integraal naar de onderhoudsgerechtigden.

Wat de budgettaire toestand betreft, kan ik u verzekeren dat er momenteel geen problemen zijn om de voorschotten op onderhoudsgeld te betalen. De techniek van het Begrotingsfonds wordt gehanteerd, maar de ontvangsten volstaan niet om de uitgaven te verrichten. Daarom laat de algemene uitgavenbegroting het fonds toe om een debettoestand te vertonen en wordt er voorzien in een variabel krediet, op basis waarvan de voorschotten kunnen worden betaald.

Het in te vorderen bedrag blijft stijgen. Het gaat per definitie dan ook om dubieuze vorderingen. De oorspronkelijke schuldeiser heeft immers reeds geprobeerd om betaling te bekomen via al dan niet aangetekende brieven, via loondelegatie of zelfs reeds via een gerechtsdeurwaarder. Het is niet omdat de overheid hun vordering op zich heeft genomen, dat ze plots voor honderd procent invorderbaar zouden zijn. Sommigen kunnen gewoon niet betalen; ze hebben geen inkomen, ze zitten in een situatie van overmatige schuldenlast of in een insolvabiliteitsprocedure. Anderen onttrekken zich doelbewust aan hun verplichtingen. Dit evasieve gedrag zoals het vermogen of inkomsten onderbrengen in een vennootschap of naar het buitenland verhuizen, is niet kenmerkend voor onderhoudsschulden, maar is waarneembaar bij de invordering van alle soorten schulden.