10% meer procedures over kinderen in jeugdrechtbanken in één jaar tijd


"Het toenemend aantal rechtszaken zorgt natuurlijk voor langere wachttijden. Daarom hebben de jeugdrechtbanken zeker versterking nodig", aldus Sabien, die een aantal oorzaken ziet voor de stijging, die allemaal verband houden met de verblijfsregeling van kinderen.

"Samenwonende koppels met kinderen die uit elkaar gaan, komen voor de regeling van de verblijfsregeling automatisch bij de jeugdrechter terecht. Dat verklaart een deel van de stijging, gezien ze in aantal toenemen", zegt Sabien.

"Daarnaast komen steeds meer gescheiden ouders terug op hun oorspronkelijke verblijfsregeling voor de kinderen en trekken ze met een vraag tot wijziging naar de jeugdrechter. Als een verblijfsregeling wordt overeengekomen of uitgesproken, zijn de kinderen vaak nog heel jong. Die regeling blijft steeds minder gelden tot ze achttien zijn. Wanneer een van de ouders niet goed meewerkt, een nieuwe partner vindt of verhuist, moet de jeugdrechtbank vaak tussenbeide komen."

Ook de echtscheidingen door onderlinge toestemming lopen uit op nieuwe procedures in de rechtbank. "Dan moeten de ex-partners op zoveel punten overeenkomen dat ze de verblijfsregeling soms iets te vlug onderhandelen. Ze staan niet stil bij de gevolgen", aldus Sabien, die als advocate zelf dikwijls met die problemen wordt geconfronteerd.

"Sinds 2006 is er ook een nieuwe wet in voege, die rechters verplicht het verblijfsco-ouderschap (bijvoorbeeld een week bij de moeder, een week bij de vader) bij voorrang te onderzoeken. Gescheiden koppels die vroeger bij onderlinge toestemming een andere regeling hadden, willen dit verblijfsco-ouderschap nu ook. Ze wagen op basis hiervan hun kans", zegt Sabien.

"Vanaf twaalf jaar moeten kinderen gehoord worden door de jeugdrechter. Bij de ouders leeft de verkeerde overtuiging dat het kind vanaf dan eigenhandig over zijn verblijfsregeling kan beslissen. Een misvatting, want de eindbeslissing ligt bij de jeugdrechter", aldus Sabien, die benadrukt dat het hoorrecht op zich een goede zaak is. "Ik heb al enkele jaren een wetsvoorstel hangen in het parlement dat bijvoorbeeld ook de vrederechter en de kortgedingrechter verplicht minderjarigen van minstens 12 jaar te horen in iedere procedure die hen aanbelangt. Het horen zou ook altijd in een speciaal daartoe uitgeruste kamer moeten gebeuren om de kinderen op hun gemak te stellen."