Open Vld wil veroordeelde illegalen het land uitzetten
De straf voor de veroordeelde illegalen zou erin bestaan dat ze verwijderd worden uit België, en ons land ook niet meer opnieuw mogen binnenkomen. "Net zoals bij de courante uitzettingsprocedures kan het thuisland van deze illegalen niet weigeren om hen terug op te nemen," zegt Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld), die het wetsvoorstel schreef. "Voor alle duidelijkheid: als deze veroordeelden in hun thuisland geen strafblad hebben, zijn ze vrij. Hun straf is enkel dat zij België meteen moeten verlaten. Hiermee geven we de rechters een instrument om de druk op onze gevangenissen te verlichten."
Niet alle veroordeelde illegalen zouden in aanmerking komen voor deze gedwongen repatriëring. Open Vld wil deze nieuwe straf alleen maar opleggen aan illegalen die lichte delicten hebben gepleegd. "Maar dan zouden toch nog 80 à 90% van de illegale veroordeelden in aanmerking komen. We willen ook wettelijk bepalen dat de veroordeelde in afwachting van zijn verwijdering in de gevangenis moet worden opgesloten. Een overbrenging naar een gesloten asielcentrum kan dus niet meer. De illegalen mogen ook niet meer vrijgelaten met een 'bevel om het grondgebied te verlaten'." Volgens de berekeningen van Open Vld zou het kunnen gaan om 1.500 veroordeelden die niet langer in de Belgische gevangenissen moeten worden opgesloten.
De Belgische gevangenisbevolking bereikte in 2010 een recordpeil van gemiddeld 10.536 gedetineerden. Dit jaar werd zelfs de kaap al gerond van 11.000 gevangenen. Dankzij de huur van de gevangenis in Tilburg en enkele renovaties in de Belgische gevangenissen daalde de overbevolking vorig jaar wel van 21,8 naar 17,7 procent. "Zonder structurele maatregelen naast het masterplan van de minister dreigt de situatie op korte termijn onbeheersbaar te worden," zei Hans Meurisse, het hoofd van het gevangeniswezen gisteren bij de bekendmaking van de cijfers. (TP)
Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): '80 à 90 procent van de veroordeelde illegalen komt in aanmerking'
Bron: De Morgen, 29 april 2011, Tine Peeters