Minister De Clerck betwist overtreding van de arbeidswetgeving bij het ontslag van gerechtsbodes


Er lopen momenteel nog enkele andere procedures: één voor de arbeidsrechtbank te Antwerpen, voor 5 bodes, één voor de arbeidsrechtbank te Luik voor 1 bode, en één procedure voor de arbeidsrechtbank te Doornik voor 1 bode. Er wordt verwacht dat het vonnis van de Brusselse arbeidsrechtbank richtinggevend zal zijn voor die andere lopende procedures.

Volgens arbeidsrechtbank wel impliciet arbeidscontract en bediendenwerk

"De bodes verloren begin vorig jaar ineens twee derde of zelfs meer van hun bescheiden (vaak deeltijdse) inkomen. En dat zonder waarschuwing, want de besparingsopdracht, die het ministerie van Justitie eind december 2009 aankondigde en die onder andere hen trof, ging meteen in op 1 januari 2010. De facto kwam het voor een grote groep bodes - er wordt gesproken over een 400-tal - neer op een ontslag. Maar omdat ze geen arbeidscontract hadden, kregen ze ook geen ontslagvergoeding. Ze kregen volgens het ministerie van Justitie alleen bij oproeping (tijdelijke) taken toegewezen", zegt Sabien. "Maar de Brusselse arbeidsrechtbank oordeelde dus dat er na meer dan tien jaar van bijna onafgebroken dienstverlening wel degelijk sprake was van een 'impliciet' arbeidscontract."

Nog volgens het ministerie verrichten de bodes handenarbeid. Ze moeten 's morgens in de rechtbankzalen de lichten en de verwarming aandoen en overdag de dossiers ronddragen. "Maar volgens de arbeidsrechtbank doen ze veel meer, zoals bezoekers inschrijven, de griffie bijstaan in het beheer en archivering van de dossiers en waken over de orde tijdens de rechtbankzitting. Dat alles vergt meer dan handenarbeid en is dus volgens de arbeidsrechtbank bediendenwerk", besluit Sabien.

Terechte rationalisering werking gerechtsbodes: responsabilisering per arrondissement

"De werkwijze van begin vorig jaar (besparingsoperatie zonder overleg) was niet ideaal. De werkzaamheden van een werkgroep, die terecht werd belast met het uitwerken van een globaal voorstel over het onthaal en het toezicht bij de rechtbank, binnen de budgettaire beperkingen die aan de rechterlijke organisatie waren opgelegd, leidden tot een nieuwe organisatiewijze sinds juni vorig jaar. De werkzaamheden werden trouwens niet beperkt tot enkel de (ongelijke) verdeling van de uren van de bodes en de aard van de zittingen waarop ze kunnen worden ingezet", zegt Sabien.

De Clerck lichtte de nieuwe werkwijze als volgt toe in zijn antwoord: "Er werd afgestapt van individuele tijdscontingenten per rechtsmacht. De arrondissementen kregen een globaal contingent aan uren, die ze afhankelijk van de noden kunnen beheren. Voor de zittingen van de assisenhoven en de grote processen wordt de inzet van de gerechtsbodes niet langer verrekend binnen de vastgestelde contingenten, maar daar bovenop, vanuit een nationale enveloppe."