Bijna helft moet terug naar gevangenis


Van de 39.450 gevangenen die tussen 1 januari 2003 en 31 december 2005 voor het eerst de gevangenis mochten verlaten, moesten er 16.213 minstens een keer terug naar de gevangenis. Dat is 41 procent.

Van alle definitief veroordeelden die hun gevangenisstraf hebben uitgezeten, of 14.754 over die drie jaar (de anderen zijn beklaagden of geïnterneerden) stijgt de wederopsluiting tot 44 procent, en voor het jaar 2003 zelfs tot ruim 48 procent. Dat is dus bijna de helft.

De cijfers komen uit het eerste Belgische onderzoek naar heropsluiting in jaren: het vorige dateerde van 1983. In debatten werd de jongste jaren noodgedwongen naar buitenlands cijfermateriaal verwezen. Daarom is dit nieuwe onderzoek belangrijk, hoewel het zijn beperkingen heeft.

Zo gaat het niet over recidive. Want die kan ook bestraft worden met een werkstraf of een boete. Luc Robert en Eric Maes van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie baseerden zich op officiële gegevens over heropsluiting. Strikt genomen valt ook elektronisch toezicht, thuis, daaronder.

Heropsluiting is meestal geen eenmalige uitschuiver: de helft van al wie terug naar de gevangenis moet, wordt nog meer dan één keer opgesloten, meestal voor een relatief korte periode van maximum één jaar. Gemiddeld verliep er zowat twee jaar tussen de eerste vrijlating en de heropsluiting, met een mediaanduur van 584 dagen.

Mannen komen vaker meer dan eens in de gevangenis, maar vooral jongeren tussen 16 en 20 jaar lopen een groot risico op heropsluiting. Hun kans daarop is groter dan die van alle andere leeftijdsgroepen, en zelfs viermaal zo groot als die van 60-plussers.

Hoe langer de strafduur, hoe minder kans op heropsluiting.

De opsluitingsduur heeft een omgekeerd effect: wie vijf tot tien jaar heeft vastgezeten, loopt meer kans om terug tegen de lamp te lopen en de kans vergroot nog aanzienlijk na een opsluiting boven de tien jaar. De kans vergroot ook elke keer dat men opnieuw wordt opgesloten.

De minister van Justitie, Annemie Turtelboom (Open VLD), trok gisteren in de Kamer alvast het besluit dat het erg belangrijk is om jonge veelplegers uit de vicieuze cirkel te halen. 'We zien daar een harde kern die steeds hervalt. Daarom willen we hen in de toekomst beter opvolgen en preventief controleren', antwoordde ze op een vraag van haar partijgenote Sabien Lahaye-Battheu.

Opmerkelijk is dat seksueel delinquenten minder vaak opnieuw naar de gevangenis moeten. Ze lopen maar half zo vaak opnieuw tegen de lamp als andere delinquenten. Tot nog toe werd veelal het omgekeerde verondersteld en gesuggereerd. Onderzoeker Luc Robert relativeert: 'Er kan hier een groot dark number zijn, waarbij recidivisten onder de radar blijven. Maar zeker zijn we daar niet van. Bedenk dat deze categorie een brede groep omvat: pedofielen, exhibitionisten, incestplegers en andere.'

Nog opvallend: nationaliteit of herkomst heeft geen enkele invloed op heropsluiting. Of toch, in positieve zin: veroordeelden afkomstig uit een buurland of uit Oost-Europa komen minder vaak nog eens in de gevangenis. Robert geeft toe dat dit geen betrouwbaar gegeven is: best mogelijk dat deze veroordeelden uit de Belgische statistieken verdwijnen omdat ze simpelweg ons land verlaten. Kortom: er is dringend nog meer onderzoek nodig, om een en ander te verfijnen.

Bron: De Standaard, 16 februari 2012.

 

Bijna helft moet terug naar gevangenis

Bijna de helft van alle veroordeelden die vrijkomen uit de gevangenis, belandt daar binnen de paar jaar opnieuw. Jonge bajesklanten lopen viermaal zoveel risico op heropsluiting.

Van de 39.450 gevangenen die tussen 1 januari 2003 en 31 december 2005 voor het eerst de gevangenis mochten verlaten, moesten er 16.213 minstens een keer terug naar de gevangenis. Dat is 41 procent.

Van alle definitief veroordeelden die hun gevangenisstraf hebben uitgezeten, of 14.754 over die drie jaar (de anderen zijn beklaagden of geïnterneerden) stijgt de wederopsluiting tot 44 procent, en voor het jaar 2003 zelfs tot ruim 48 procent. Dat is dus bijna de helft. De cijfers komen uit het eerste Belgische onderzoek naar wederopsluiting in jaren.

Wederopsluiting is meestal geen eenmalige uitschuiver: de helft van al wie terug naar de gevangenis moet, wordt nog meer dan één keer opgesloten, meestal voor een relatief korte periode van maximum één jaar. Gemiddeld verliep zowat twee jaar tussen de eerste vrijlating en de heropsluiting.

Mannen komen vaker meer dan eens in de gevangenis, maar vooral jongeren tussen 16 en 20 jaar lopen een groot risico. Hun kans op wederopsluiting is viermaal zo groot als die van 60-plussers.

Wie vijf tot tien jaar heeft vastgezeten, loopt meer kans weer tegen de lamp te lopen en de kans vergroot nog aanzienlijk na een opsluiting boven de tien jaar. De kans vergroot ook elke keer dat men opnieuw wordt opgesloten.

Minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom (Open VLD) trok gisteren in de Kamer alvast het besluit dat het erg belangrijk is jonge veelplegers uit de vicieuze cirkel te halen. 'We zien daar een harde kern die steeds hervalt. Daarom willen we hen in de toekomst beter opvolgen en preventief controleren', antwoordde ze op een vraag van haar partijgenote Sabien Lahaye-Battheu.

Opmerkelijk is dat seksueel delinquenten maar half zo vaak opnieuw tegen de lamp lopen. Hoewel het natuurlijk kan dat een groot aantal recidivisten hier onder de radar blijven.

Bron: Het Nieuwsblad, 16 februari 2012.

 

4 op 10 gevangenen vliegen na vrijlating opnieuw de cel in

44 procent van de veroordeelden belandt na het uitzitten van zijn of haar straf opnieuw in de cel. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie.

Het NICC onderzocht cijfers tussen 2003 en 2005. Van de 46.789 mensen die in die periode de gevangenis verlieten, kwam 44,1% opnieuw in de cel terecht. Gemiddeld gebeurde dat na meer dan twee jaar (795 dagen).

De helft van alle opnieuw opgeslotenen belandt nadien zelfs minstens nog twee keer in de gevangenis.

Verschillende factoren spelen een rol bij de wederopsluiting. Zo hebben mannen 1,265 keer meer kans om opnieuw in de cel te belanden dan vrouwen. Veroordeelden met een nationaliteit uit een van onze buurlanden of Oost-Europa hebben minder kans op een wederopsluiting dan Belgen. Personen met een Zuid- Europese nationaliteit of met een nationaliteit uit de Maghreblanden en Turkije verschillen qua wederopsluiting statistisch niet van Belgen.

Wie tussen 16 en 20 jaar oud is, loopt 4 keer meer kans op een wederopsluiting dan veroordeelden die bij hun vrijlating ouder dan 60 jaar waren. Wie eigendomsdelicten, geweldsdelicten en delictcombinaties heeft gepleegd, heeft eveneens meer kans om opnieuw in de cel te belanden.

Vicieuze cirkel

Minister van Justitie Annemie Turtelboom lichtte de resultaten woensdag toe in de Kamercommissie Justitie op vraag van Open Vldkamerlid Sabien Lahaye-Battheu.

Turtelboom wil veelplegers in de toekomst beter opvolgen. "Dit onderzoek toont nog maar hoe belangrijk het is om jonge veelplegers uit de vicieuze cirkel te halen", zegt de minister. "We zien daar een harde kern die steeds hervalt. Daarom willen we vooral hen in de toekomst beter opvolgen en preventief controleren, om te voorkomen dat ze in oude gewoontes hervallen."

Bron: Het Belang van Limburg, 16 februari 2012.