Vrederechter kan bejaarde naar rusthuis sturen


Er is een nieuw statuut op komst voor alle wilsonbekwamen, of het nu gaat om ouderen met dementie, jongeren met een geestesstoornis of volwassenen met een verstandelijke handicap die verlengd minderjarig worden verklaard.

'Er is te veel versnippering', zegt Sabien Lahaye-Battheu, Kamerlid voor Open VLD. Er bestaan nu vier verschillende statuten. Voorlopig bewindvoering (11.609 gevallen in 2011) en verlengde minderjarigheid (500 per jaar) verschillen van elkaar. Niet alleen vanwege de aantallen en de doelgroep, maar ook omdat ze voor een andere rechtbank komen: de vrederechter oordeelt over de bewindvoering, de rechtbank van eerste aanleg over de verlengde minderjarigheid. De twee andere statuten -de onbekwaamverklaring (6) en de gerechtelijk raadsman (3) - zijn in onbruik geraakt.

'In het nieuwe statuut van voorlopige bewindvoering brengen we alles samen bij de vrederechter. Die zal in eerste instantie moeten kijken of er een familielid tot bewindvoerder kan worden aangesteld. Is dat niet zo, dan wordt een advocaat aangesteld.'

'Voorlopige bewindvoering wordt ook uitgebreid naar persoonsgebonden materies indien nodig. Nu kan een bewindvoerder enkel beslissen over geld en bezittingen. Het kan ook nodig zijn om te beslissen wanneer een bejaarde niet meer alleen thuis kan wonen.'

In de commissie Justitie is het eengemaakte statuut al goedgekeurd. Volgende week donderdag wordt het ter stemming voorgelegd in de Kamer.

Extra werk

De praktijk zal uitwijzen hoe haalbaar die uitbreiding naar persoonsgebonden materies is, zegt Vincent Bertouille, vrederechter in Vorst en secretaris van het Koninklijk Verbond van Vrede- en Politierechters. 'Moeten we dan bij de bejaarde thuis gaan kijken en oordelen? Ik denk dat we vooral knopen zullen doorhakken als de familieleden het onderling niet eens zijn over de nieuwe woonplaats van de bejaarde.'

Hij is over het algemeen blij met de taakverbreding, maar: 'We moeten nog afwachten hoeveel extra werk het met zich meebrengt'. Het wetsvoorstel voorziet immers ook dat vrederechters minstens om de twee jaar een persoonlijk contact hebben met de persoon die onder bewindvoering wordt geplaatst. 'We willen een betrokken justitie, geen bandwerk', zegt Lahaye-Battheu daarover.

Bertouille: 'In mijn kanton heb ik een 500-tal bewindvoeringen. Sommigen daarvan zie ik vaker, anderen zelden. Als een bejaarde in een rusthuis verblijft en de dochter is bewindvoerster en alles gaat goed, hoef ik die mensen in feite niet te zien.'

De vrederechter krijgt in het wetsvoorstel ook de mogelijkheid om een zaak zelf op de agenda te zetten, als hij vindt dat een bewindvoering niet goed loopt. Lahaye-Battheu liet dat toevoegen: 'In het oorspronkelijke voorstel stond dat de vrederechter de bewindvoerders kon straffen door te snoeien in hun vergoeding. Nu kunnen ze ook inhoudelijk bijsturen. Zo komen we tot justitie op maat.'

De aanstelling van een extra vertrouwenspersoon is binnen het nieuwe statuut geen verplichting. Lahaye-Battheu: 'We wilden de procedure niet nodeloos verzwaren. Maar het kan nuttig zijn.' Ze geeft het voorbeeld van een bejaarde man zonder familie, wiens huis door de bewindvoerder was verkocht. 'Kenissen van hem vonden zijn situatie in het rusthuis schrijnend en hebben zich als vertrouwenspersoon laten aanstellen. Daardoor konden zij ook hun stem laten horen.'

Het geld van rusthuisbewoners

De toenemende juridisering, die samen met de vergrijzing tot de stijging van de bewindvoeringen heeft geleid, is dus niet per se slecht. 'Ze schept duidelijkheid', aldus Lahaye-Battheu. Ze verwijst naar rusthuizen die vroeger de gelden van hun bewoners zelf beheerden, en dus aan belangenbehartiging deden. 'In sommige OCMW-rusthuizen zou dat nog het geval zijn.' Volgens Bertouille is het tij aan het keren: 'Rusthuizen zien meer en meer in dat het hen te veel moeite en administratie kost om dat allemaal zelf te blijven doen.'

Bron: De Standaard, 14 juli 2012.