Hoorzitting met CEO van Belgacom, Didier Bellens, over zaak Immobel


"Dat u vandaag aanwezig bent om tekst en uitleg te geven over deze zaak is de evidentie zelve", zei Sabien bij aanvang van de hoorzitting. "U bent immers de CEO van een bedrijf dat voor 53% in handen is van de Belgische staat. Zulke overheidsbedrijven, hun directiecomités en raden van bestuur staan onder democratische controle van het parlement. Elke inmenging of beïnvloeding van dat controleproces is uit den boze. Als voorzitter van deze commissie zal ik daar strikt over waken en dring ik aan op volledige transparantie en medewerking van alle overheidsbedrijven."

Hiermee alludeerde Sabien op de brief die Bellens schreef aan een partijvoorzitter wiens parlementslid Bellens valselijk zou beschuldigd hebben van leugens. Bovendien stuurde hij een kopie van deze brief aan de premier en zijn voogdijminister bevoegd voor overheidsbedrijven. Bellens excuseerde zich in de commissie, maar Sabien stelde dat deze praktijk niet door de beugel kan.

Wat betreft de eventuele verkoop van het Belgacomgebouw StroBuilding aan Immobel, beriep Bellens zich op juridische argumenten en de interne audit die hem vrijpleitte. Bellens is bestuurder in die immobiliënvennootschap die naar verluidt op voorhand wist dat het gebouw te koop werd aangeboden. Bellens: "Er kan geen enkele belangenvermenging zijn, want het gebouw is nog niet verkocht, en gezien de prijs van het gebouw is enkel de raad van bestuur gemachtigd het te verkopen."

Sabien stelde zich toch vragen bij deze technische uitleg. Zo kon Bellens niet verklaren waarom Immobel voor de concurrenten wist van een mogelijke verkoop. Bovendien trekte het Kamerlid de cumuleerbaarheid van zijn twee mandaten in twijfel. Volgens haar moet Bellens een onderscheid maken tussen het strikt juridische aspect en het ethische aspect. "Overheidsbedrijven moeten een voorbeeldrol aannemen inzake corporate governance", aldus Sabien. "Het parlement waakt ook hier over en kan desnoods aandringen op een verscherping van de regels."

Alle commissieleden drongen aan op een externe audit over de mogelijke belangenvermenging. Concreet hoopt Sabien daarom volgende week in commissie af te spreken om De Clerck voor een hoorzitting uit te nodigen. Tijdens die hoorzitting kan hem dan om een externe audit gevraagd te worden. "Dat is de formele weg, aangezien ook de regering niet zomaar tot een externe audit kan besluiten", klinkt het nog bij Sabien. "Maar niets sluit uit dat De Clerck het signaal van de commissie al eerder oppikt en het voorstel van een externe audit zelf voorlegt in zijn raad van bestuur natuurlijk."

 

Lees hier ook het opening statement, dat Sabien als commissievoorzitster bracht:

Op vraag van de commissieleden nodigde ik u vorige week donderdag uit voor een hoorzitting over de mogelijke belangenvermenging bij de verkoop van de StroBuilding aan een vennootschap waarvan u bestuurder bent.

Ik ben blij dat u vandaag hier aanwezig bent om tekst en uitleg te geven over deze zaak. Dat is ook de evidentie zelve.

U bent immers de voorzitter van het directiecomité van een bedrijf dat voor 53% in handen is van de Belgische staat. Zulke overheidsbedrijven, hun directiecomités en raden van bestuur staan onder democratische controle van het parlement.

Het is van primordiaal belang dat de relatie tussen parlement en de leidinggevenden van die overheidsbedrijven optimaal is en gebaseerd is op wederzijds respect. Dat houdt onder meer in dat de parlementsleden de voogdijminister maar ook de leidinggevenden mogen horen over alle materies die het bestuur van het overheidsbedrijf aangaan. Zij vertegenwoordigen immers de staat en de burgers die de meerderheid van de aandelen bezitten. Het is de parlementsleden hun taak om met een kritisch oog toe te zien op de goede werking van het overheidsbedrijf. Daarnaast mogen wij een verregaande transparantie verwachten.

Elke inmenging of beïnvloeding van dat controleproces is uit den boze. Als voorzitter van deze commissie wil ik daar strikt over waken.

Voorts moeten overheidsbedrijven een voorbeeldrol aannemen inzake corporate governance. Het parlement waakt ook hier over en kan desnoods aandringen op een verscherping van de regels.

De commissieleden zullen vele vragen hebben  over dit verkoopdossier, al is het niet onze taak om een juridisch oordeel te vellen over het feit of de aanbestedingsregels al dan niet correct gevolgd zijn. Wij zijn geen onderzoekscommissie en eventuele benadeelde partij kan steeds aan het gerecht vragen dit nader te bekijken. Deze commissie kan en moet wel het debat voeren over de verenigbaarheid van het mandaat van een overheids-CEO met andere bestuursmandaten, in het bijzonder in vastgoedvennootschappen gezien het omvangrijk patrimonium van onze overheidsbedrijven. Want over één zaak zal iedereen het hier volmondig eens zijn: deze zaak berokkent schade aan een waardevol overheidsbedrijf.