Parket klasseert Fyra-dossier zonder gevolg


"Geen enkel parket in België is betrokken bij de mogelijke burgerlijke procedures, die lopen tussen de NMBS en AnsaldoBreda. Uit de diverse krantenartikels die u hierover zijn verschenen, blijkt dat er minstens een burgerlijke procedure aanhangig is in Utrecht, Nederland, en minstens een in Milaan, Italië", zei Turtelboom nog.

"Op dinsdag 4 juni 2013 vond in de Kamercommissie Infrastructuur een gedachtewisseling plaats met minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille en de gewezen CEO van de NMBS, Marc Descheemaecker, over de beslissing om de bestellingen van de Fyra teniet te doen. De heer Descheemaecker maakte melding van het feit dat hij Ernst & Young, persoonlijk en zonder daarvan kennis te geven aan zijn directiecomité, op 22 februari 2013 de opdracht gegeven om een audit uit te voeren naar het aankoopproces in de periode 2000 tot 2004, dus tot de ondertekening van het contract", licht Sabien de voorgeschiedenis toe.

"Op 24 mei 2013 werd het definitief rapport van Ernst & Young opgeleverd, dat in een samengevatte versie aan de raad van bestuur van de NMBS ter beschikking werd gesteld op 30 mei 2013. Op 3 juni 2013 hadden zowel de voorzitter van de raad van bestuur, mevrouw Bovy, als de heer Descheemaecker bij de procureur des Konings van het parket van Brussel de volledige versie van het rapport ter beschikking gesteld."

De heer Descheemaeker citeerde ook de brief die ik bij dat rapport zat: “Geachte heer procureur des Konings, ik houd eraan u op basis van artikel 29 van het Wetboek Strafvordering bijgevoegd document toe te sturen. Het betreft het volledig verslag van het auditkantoor Ernst & Young in het kader van een evaluatie van het volledig aankooptraject van V250-Fyratreinstellen bij de Italiaanse constructeur AnsaldoBreda. Bovenstaand artikel 29 verplicht mij als gedelegeerd bestuurder van een naamloze vennootschap naar publiek recht om onmiddellijk melding te maken van aanwijzingen van mogelijke onregelmatigheden, om welke reden dan ook. Via dit schrijven voldoe ik aan die plicht. Als gedelegeerd bestuurder, drager van de uitvoerende verantwoordelijkheid van de NMBS, pleit ik uitdrukkelijk voor het plaatsen van dit dossier op de Nederlandstalige taalrol, gezien de veelvuldige contacten met Nederlandse partijen in het kader van dit dossier. Hoogachtend.”