Co-ouderschap: Stormloop bij jeugdrechters



Het aantal zaken waarin zij een oordeel moeten vellen over het verblijfsschema van een kind, stijgt de jongste jaren spectaculair. In 2008 spraken de Belgische jeugdrechters zich 13.217 keer uit over de toekenning van het ouderlijke gezag. In 2012 was dat al 19.255 keer. Van de burgerrechtelijke vonnissen bij de jeugdrechter ging 80 procent over verblijfsregelingen. In 2008 was dat nog 70 procent. Het steeds stijgende aantal echtscheidingen heeft daar uiteraard mee te maken, maar dat is lang niet de enige verklaring. "Samenwonende koppels met kinderen die uit elkaar gaan, komen eveneens bij de jeugdrechter terecht en ook hun aantal neemt toe", zegt Lahaye-Battheu. Zij is zelf advocate en merkt de stijging in de praktijk. Daarnaast zijn twee wetswijzigingen uit 2006 een belangrijke factor, bevestigt ook Mechels jeugdrechter Bie Van Bauwel. "Sindsdien blijft een zaak bij de jeugdrechter op de rol staan tot het kind achttien jaar is. Het dossier heropenen is daardoor veel makkelijker en goedkoper, waardoor er veel sneller om een wijziging gevraagd wordt."

Schoolkeuze

In 2006 werd bij wet ook bepaald dat co-ouderschap de voorkeur heeft wanneer ouders uit elkaar gaan. Voordien was een regeling waarbij het kind om de week van ouder naar ouder ging een uitzondering. "Veel vaders grepen die wet aan om hun oude regeling te herzien", zegt Van Bauwel. Maar het zijn zeker niet enkel de vaders die erom vragen. De redenen voor een herziening zijn heel divers, blijkt uit het Leuvens Adolescenten en Gezinnen Onderzoek. Een rondvraag bij 438 kinderen van gescheiden ouders toont aan dat bij 38 procent van de twaalf- tot achttienjarigen de verblijfsregeling al werd aangepast. "De meeste veranderingen gebeuren wanneer het kind twaalf jaar is", zegt An Katrien Sodermans van de KU Leuven. De keuze voor een middelbare school is vaak een scharniermoment. 'Praktische redenen' en 'mijn leeftijd' worden door de kinderen het vaakst aangehaald als motivatie.

Bron: De Morgen, 01 februari 2014, Ann Van Den Broek 

 

Verblijfsregelingen voor kinderen geven rechters extra werk

Verblijfsregelingen voor kinderen van gescheiden ouders worden steeds vaker herzien. Het aantal zaken dat door de jeugdrechter beslecht wordt, is in vijf jaar tijd toegenomen van 13.217 tot 19.255. Co-ouderschap is daarin één van de belangrijkste factoren, zo blijkt uit cijfers die Kamerlid Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) opvroeg bij minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) en haar voorgangers op dat departement. Het steeds stijgende aantal echtscheidingen heeft daar uiteraard mee te maken, maar dat is lang niet de enige verklaring. "Samenwonende koppels met kinderen die uit elkaar gaan, komen eveneens bij de jeugdrechter terecht en ook hun aantal neemt toe", zegt Lahaye-Battheu.

Bron: Het Laatste Nieuws, 3 februari 2014

 

Steeds vaker beroep op jeugdrechters na echtscheiding

Verblijfsregelingen voor kinderen van gescheiden ouders worden steeds vaker herzien. In 2008 spraken de Belgische jeugdrechters zich 13.217 keer uit over de toekenning van het ouderlijke gezag, in 2012 was dat al 19.255 keer. Het steeds stijgende aantal echtscheidingen is lang niet de enige verklaring. 'Samenwonende koppels met kinderen die uit elkaar gaan, komen eveneens bij de jeugdrechter terecht', zegt Kamerlid Sabien Lahaye-Battheu (Open VLD). Daarnaast zijn twee wetswijzigingen uit 2006 een belangrijke factor. Mechels jeugdrechter Bie Van Bauwel: 'Sindsdien blijft een zaak bij de jeugdrechter op de rol staan tot het kind achttien jaar is. Het dossier heropenen is daardoor veel makkelijker en goedkoper.'

Bron: Het Nieuwsblad, 3 februari 2014