Ook West-Vlaamse ouders steeds vaker naar de rechter voor verblijfsregeling voor hun kinderen


Sabien ziet een aantal oorzaken voor de stijging van de afgelopen jaren. "Er zijn steeds meer samenwonende, niet-gehuwde koppels. Als zij uit elkaar gaan, kwamen zij voor de verblijfsregeling van de kinderen automatisch bij de jeugdrechter terecht”, stelt Sabien.

"Daarnaast komen steeds meer ouders terug op de oorspronkelijke verblijfsregeling voor hun kinderen en trekken ze met een vraag tot wijziging naar de rechter. Als een verblijfsregeling wordt overeengekomen of uitgesproken, zijn de kinderen vaak nog heel jong. Die regeling blijft steeds minder gelden tot ze 18 zijn. Wanneer een van de ouders niet goed meewerkt, een nieuwe partner vindt of verhuist, moet de rechter vaak tussenbeide komen."

“Sinds 2006 is er ook een nieuwe wet in voege, die rechters verplicht het verblijfsco-ouderschap (bijvoorbeeld een week bij de moeder, een week bij de vader) bij voorrang te onderzoeken. Gescheiden koppels die vroeger bij onderlinge toestemming een andere regeling hadden, willen dit verblijfsco-ouderschap nu ook. Die wet was zeker voor vaders, die sindsdien meer betrokken zijn, een incentive om een nieuwe regeling te vragen ”, zegt Sabien.

Sinds 1 september 2014: familierechtbank

Maar sinds begin vorige maand zijn, ook in West-Vlaanderen, de familierechtbanken in werking. “Alle geschillen binnen één familie worden voortaan voor dezelfde rechter gebracht, die dan een globaal zicht heeft op het dossier. Als één van de ouders weigert de rechterlijke beslissingen met betrekking tot bijvoorbeeld de verblijfsregeling van de kinderen uit te voeren, zal de familierechtbank, die al eerder gevat was, zich opnieuw over de zaak buigen. Het principe “één familie, één dossier, één rechtbank” komt de beoordeling van eventuele problemen bij het uitvoeren van de verblijfsregeling ongetwijfeld ten goede, gezien de rechtbank al een zicht heeft op de achtergrond van de zaak. Er is ook op elk ogenblik in de procedure mogelijkheid tot minnelijke schikking”, besluit Sabien.