Regering Michel I neemt moedige beslissingen


Begroting

 

Het begrotingsevenwicht in 2018 komt er via besparingen (3/4) en nieuwe inkomsten (1/4).

Er is voor 8 miljard euro aan uitgaven geschrapt, besparingen op het overheidsbestel dus. Enkele voorbeelden: de groeinorm in de gezondheidszorg zal lager liggen, tijdskrediet nemen zonder motivatie is in de toekomst uitgesloten, een eenmalige ‘slimme’ indexsprong, maar wel met sociale correcties. 'Slim' omdat de hij de laagste lonen en de uitkeringen ontziet. Ter compensatie krijgen werkende mensen vanaf 2018 een belastingverlaging van 250 euro.

Een nieuwigheid is de 'Kaaimantaks'. Dat is een belasting op de vermogen die verstopt zitten achter ingewikkelde structuren zoals trusts. Er komt ook een hogere transactiekost, een belasting op de verhandeling van aandelen of andere effecten. De accijnzen op koffie, wijn en sterke drank (niet op bier) zullen voortaan worden geïndexeerd. Een eventuele daling van de dieselprijs zal niet volledig doorgerekend worden aan de burgers.

De tax shift  ligt onder meer in een verschuiving van lasten op arbeid naar de 'harmonisering' van de btw. Er komt bijvoorbeeld een hogere btw op plastische chirurgie. In totaal worden voor 2,9 miljard aan nieuwe inkomsten gezocht, terwijl er een lastenverlaging komt voor in totaal 3,2 miljard euro.

 

Competitiviteit

 

De werkgeversbijdragen moeten in verschillende fases uiteindelijk dalen van 33% naar 25%. De indexsprong komt neer op een lastenverlaging van 2,4 miljard euro. De belastingverlaging voor werkende mensen moet de koopkracht van de mensen verhogen.

 

Pensioenen

 

De wettelijke pensioenleeftijd gaat omhoog en dat in twee stappen. Bedoeling is dat de wettelijke pensioenleeftijd vanaf 2030 op 67 jaar ligt. Tot 2024 blijft de pensioenleeftijd 65 jaar. In 2025 komt er een eerste verhoging, van 65 naar 66 jaar. In 2030 wordt dit dan 67 jaar. Er zijn wel overgangsmaatregelen en uitzonderingen. Cruciaal is ook dat altijd de loopbaan als criterium wordt genomen. Een volledige loopbaan is 45 jaar. Dus wie op 18 jaar is beginnen werken, kan op pensioen op 63 jaar (vervroegd pensioen op 61 jaar).

Vervroegd pensioen zal vanaf 2030 pas mogelijk zijn vanaf 63 jaar, na een loopbaan van 41 jaar.

Voor de pensioenprobleem bij de politie worden er specifieke overgangsmaatregelen uitgewerkt. Het is een arrest van het Grondwettelijk Hof dat bepaalt dat iedereen binnen de politie tot de leeftijd van 62 jaar moet werken. De voorbije weken protesteerde de politie tegen de verhoging van de pensioenleeftijd.

Gepensioneerden kunnen gemakkelijker bijverdienen. Zo zouden gepensioneerden onbeperkt mogen bijverdienen vanaf 65 of vroeger bij een loopbaan van 45 jaar.

 

Werk

 

Samen met de deelstaten wordt een banenplan opgesteld met aandacht voor lastenverlaging, levenslang leren, werkervaring, jeugdwerkloosheid, langere en meer gevarieerde loopbanen en kansengroepen.

Langdurig werklozen moeten twee halve dagen per week gemeenschapsdienst verrichten.

Een integratietraject moet mensen met een invaliditeit op de arbeidsmarkt helpen. Er wordt ook bijzondere aandacht geschonken aan gendergelijkheid, personen met een migratie-achtergrond en personen met een arbeidshandicap.

De regering wil de loonhandicap met de buurlanden verder wegwerken.

Mensen die voor hun kinderen of voor een zorgbehoevend familielid willen zorgen, kunnen 12 maanden extra tijdskrediet opnemen. Tijdskrediet zonder motivatie kan dan weer niet.

Het aantal toegestane overuren in de horeca wordt opgetrokken van 180 naar 360 uur per jaar.