Statuut voor pleegouders: Sabien wil een doorbraak in overleg met gemeenschappen


In 2008 zei de Raad van State over het pleegouderschap dat de federale overheid bevoegd is voor de uitwerking van het statuut van de pleegouders, maar dat zij geen jeugdbeschermingsmaatregelen invoert, noch dat zij de hulpverlening regelt die in het kader van de jeugdbeschermingsbijstand aan de jongeren en hun gezin zal worden verleend. Daarvoor zijn de gemeenschappen bevoegd.

“En daar wringt volgens mij het schoentje”, zegt Sabien, die hierover al vele parlementaire vragen stelde, onder meer in 2009. “Ik stel al jaren vast dat er een enigszins verschillende benadering is van, enerzijds, de Gemeenschappen, die geen gezagsrechten voor pleegouders willen, en, anderzijds, van de federale ministers, die luisteren naar wat door de pleegouders wordt gevraagd, namelijk het toekennen van bepaalde rechten naast de vele plichten. Dit verschil in benadering is misschien wel de aanleiding voor het feit dat er tot op vandaag nog niet is getrancheerd en er nog geen concreet resultaat is geboekt. Overleg zoals minister Geens beloofde is noodzakelijk, maar dat was ook het antwoord in 2009. Er moet nu eindelijk schot in de zaak komen.”

De dialoog moet volgens Sabien worden voortgezet, “maar we kunnen het debat ook niet eindeloos laten duren. Er is al zoveel beloofd aan de pleegouders. Men leest en hoort voortdurend oproepen om mensen zich kandidaat te laten stellen om pleegouder te worden, maar zolang het statuut niet is aangepast, zal het aanbod waarschijnlijk niet stijgen. Ik zou daarom de minister van Justitie willen vragen om verantwoordelijkheid te nemen, in dialoog met de gemeenschappen, zodat het statuut er zo snel mogelijk komt.”

In het specifieke wetsvoorstel van Sabien wordt bepaald dat pleegouders, zonder daarmee afbreuk te doen aan het ouderlijk gezag van de ouders, inspraakrecht krijgen in dagdagelijkse beslis- singen van het pleegkind. Het gaat hier om beslissingen rond schoolkeuze, vrije tijdsbesteding en hobby’s, enzovoort. Er wordt niet voorzien in een beslissingsrecht voor pleegouders. Wel krijgen pleegouders een stem in het debat daar waar het gaat om de dagelijkse aangelegenheden. Daarnaast krijgen pleegouders een recht op toegang tot de rechter in geval het belang van het kind gevaar loopt, bijvoorbeeld door een beslissing van de natuurlijke ouders. Dit impliceert dat pleegouders kunnen afdwingen om te worden gehoord telkens zij de mening toegedaan zijn dat het belang van hun pleegkind in het gedrang komt.