Geen anonimiteit? Dan haken 7 op 10 zaaddonoren af


Er is nu al een tekort aan spermadonoren en dat dreigt volgens Wim Decleer van het Gentse AZ Jan Palfijn nog nijpender te worden. Eén op de zes koppels kampt met vruchtbaarheidsproblemen. Sommigen van hen nemen hun toevlucht tot donorzaad, omdat de man onvruchtbaar is. Maar ook alleenstaande moeders of lesbiennes vervullen langs deze weg hun kinderwens. Zonder de anonimiteit die spermadonoren nu nog gegarandeerd is, wordt het evenwel “zeer moeilijk” om die te vervullen “als het niet op een natuurlijke manier kan”, waarschuwt dokter Decleer in de Artsenkrant.

Momenteel waarborgt de Belgische wetgeving donoren absolute anonimiteit voor, tijdens en na donatie: de wensouders en het kind komen nooit te weten van wie het spermastaal is, de donor zelf weet niet wie z’n zaad gebruikt heeft en of er kinderen mee werden verwekt. Maar Open Vld en N-VA hebben wetsvoorstellen om die anonimiteit bij te sturen. “Wensouders zouden toegang moeten krijgen tot een aantal uiterlijke en/of persoonlijkheidskenmerken van de donor, zonder dat deze kunnen leiden tot het achterhalen van diens identiteit”, vindt Open Vld’ster Sabien Lahaye-Battheu. “Het donorkind zou, eens het de leeftijd van 18 bereikt heeft, de mogelijkheid moeten krijgen de donor te contacteren via het fertiliteitscentrum.”

Toen waren ze nog met 9

Maar Decleer vreest het ergste als het parlement al te zeer aan de anonimiteit van spermadonoren morrelt. Als het niet anoniem kan, zijn immers 7 op de 10 donoren niet meer bereid zaad af te staan. Dat stelt hij vast na een rondvraag bij 158 spermadonoren uit de databank van het Jan Palfijn-ziekenhuis. Daar zouden dus amper nog donoren overblijven. “In 2004 kreeg ons centrum 56 nieuwe donoraanvragen binnen, waarvan er 25 geweigerd werden (onder meer te oude donoren worden niet aanvaard, red.). Van de 31 resterende donoren zouden er na opheffing van de anonimiteit nog 9 overblijven.”

Of Vlaamse donoren zich tegen élke verandering kanten? Dat nu ook weer niet. Zo tonen ze zich in de rondvraag wel bereid om bepaalde informatie aan hun donorkind vrij te geven, zolang die niet naar hun identiteit leidt. Over hun haarkleur en interesses bijvoorbeeld. Daar heeft 85% van de bevraagde donoren geen probleem mee. Ook een overheidsinstelling om donorgegevens bij te houden, stuit op weinig verzet: 89% wil gerust blijven doneren als dat instituut enkel medische gegevens vrijgeeft met hun toestemming.

Bron: Het Laatste Nieuws, 8 mei 2015.