Vorig jaar 11 doden bij 47 ongevallen aan spoorwegovergangen

Spoorwegovergangen worden meestal vervangen door een brug, tunnel of parallelweg. Van alle spoorwegen is 6% enkel uitgerust met passieve signalisatie (zoals verkeersborden), de andere worden beveiligd door slagbomen en/of verkeerslichten.

Een overweg is niet per definitie onveilig. Roekeloos gedrag (zoals slalommen tussen neergelaten slagbomen), onvoorzichtigheid en het niet respecteren van de verkeersregels blijven de belangrijkste oorzaken. Sinds 2011 hangen er zware straffen vast aan het negeren van slagbomen: geldboetes van 220 tot 2.750 euro en/of intrekking van rijbewijs voor acht dagen tot vijf jaar.

“Infrabel vernieuwt regelmatig de signalisatie aan overwegen om ervoor te zorgen dat de veiligheid aan de eisen voldoet. Het spoorbedrijf verwacht binnenkort de afgifte van de veiligheidsvergunning waardoor kan worden gestart met de installatie van de nieuwe generatie spoorwegovergangen (met inbegrip van LED-lichten)”, leert Lahaye-Battheu uit het antwoord.

Sedert 2008 hebben de infrastructurele en sensibiliseringsmaatregelen van Infrabel ter verbetering van de veiligheid aan de overwegen ervoor gezorgd dat de doelstellingen uit het beheerscontract werden gehaald. Daarnaast werkt Infrabel voortdurend aan de verbetering van de veiligheid aan de overwegen, bijvoorbeeld via de ontwikkeling van projecten zoals de regelmatige toevoeging van verkeersborden en de geleidelijke vervanging van de mechanische bellen door nieuwe, elektronische bellen.

Daarnaast zijn volgende maatregelen opgenomen in het veiligheidsactieplan "Interface Spoor-Weg", dat dit jaar in werking trad:

• een haalbaarheidsstudie met betrekking tot de installatie of het gebruik van verscheidene nieuwe voorzieningen die het aantal incidenten aan overwegen kunnen doen dalen;

• de oprichting van een multidisciplinaire werkgroep Veiligheid aan de overwegen;

• de ontwikkeling van een statistisch model waarbij het mogelijk wordt om voor elke overweg het potentieel risico op ongevallen te bepalen aan de hand van spoor-, weg- en omgevingsgebonden parameters.