Elektronische voorlopige hechtenis zelden toegepast


Sinds 1 januari 2014 kunnen arrestanten hun voorlopige hechtenis thuis uitzitten, via elektronisch toezicht. Zowel de onderzoeksrechter als de raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling kunnen een elektronische voorlopige hechtenis toestaan. De maatregel was bedoeld om de overbevolking in de Belgische gevangenissen tegen te gaan.

 

“Na de aanhouding wordt de verdachte naar de gevangenis gebracht, waar hij zijn enkelband krijgt. Vanuit de gevangenis moet hij dan zelfstandig naar huis gaan en wordt hij vanaf dan door het team van het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht gecontroleerd op zijn handel en wandel. Deze vorm van voorlopige hechtenis is juridisch gezien gelijk aan een klassieke voorhechtenis in een arresthuis. Voor het toekennen van de elektronische voorlopige hechtenis wordt onder andere nagegaan of de verdachte een vaste verblijfplaats heeft en of de verdachte al dan niet een bedreiging vormt voor de openbare veiligheid. Vanop het terrein wordt gesignaleerd dat onder andere die voorwaarden vaak een belemmering zijn om elektronisch toezicht toe te staan”, legt Sabien uit.

 

“Naar toepassing toe zijn er ook grote verschillen tussen de gerechtelijke ressorts. Begin september waren er 55 voorlopig gehechten onder elektronisch toezicht (op een totaal van ongeveer 1.900 personen onder elektronisch toezicht): in het ressort van het hof van beroep van Antwerpen 28, van Brussel 16, van Bergen 7, van Luik 4 en van Gent 0 (!).”

 

Minister Geens benadrukt in zijn antwoord dat hij de beweegredenen, om al dan niet elektronisch toezicht te verstrekken, niet kent en dat hij de rechterlijke macht ook niet kan aanzetten om de maatregel meer op te leggen.