Onderhoudsgeld ontwijken wordt moeilijker


Eén van de oorzaken hiervan is dat veel alleenstaande ouders problemen ondervinden om de betaling te bekomen van het onderhoudsgeld, dat aan hen persoonlijk of namens hun kinderen toekomt. Zo krijgt 19% procent van de alleenstaande vrouwen alimentatie helemaal niet meer en slechts 60% van de vrouwen zegt dat ze de alimentatie regelmatig ontvangen.

 

Het niet ontvangen van alimentatie kan ertoe leiden dat er spanningen en discussies ontstaan of dat de bestaande spanningen escaleren, hetgeen een negatieve invloed heeft op de kinderen. Opmerkingen als «Als hij de kinderen komt halen, zal ik het hem eens goed zeggen dat we weeral de 20ste zijn en ik mijn onderhoudsgeld nog altijd niet heb ontvangen» en «Geen geld, geen kinderen» of komen dan ook vaak voor. Men mag het betalen van onderhoudsgeld en het verblijf van de kinderen niet aan elkaar koppelen maar het is wel begrijpelijk vanuit menselijk oogpunt.

 

Om beter tegemoet te komen aan deze situaties van niet-betaling en de gevolgen hiervan moet de rechter de onderhoudsgerechtigde machtigen om rechtstreeks de verschuldigde geldsommen te ontvangen van zodra het onderhoudsgeld gedurende twee maanden niet is betaald.

 

Met het wetsvoorstel van Open VLD-Kamerlid Sabien Lahaye-Battheu, dat afgelopen woensdag in overweging werd genomen door de plenaire vergadering van de Kamer, komt een einde aan de keuzemogelijkheid, die de rechter heeft om de onderhoudsgerechtigde te machtigen de gelden van de onderhoudsplichtige te ontvangen via loondelegatie of ontvangstmachtiging. De ene rechter staat dat immers gemakkelijk toe, de andere bijna nooit.

 

"Er wordt gekozen voor het criterium van het niet-betalen gedurende twee maanden

omdat dit criterium ook wordt gehanteerd bij het misdrijf van familieverlating en omdat het ook de voorwaarde is om beroep te kunnen doen op de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO), die vanaf 1 juni 2004 in werking is getreden wat de invorderingen betreft. De DAVO is eveneens een middel om de niet-betaalde onderhoudsgerechtigden te steunen, maar de verantwoordelijkheid moet in de eerste plaats liggen bij de onderhoudsplichtige. De middelen, die de onderhoudsgerechtigden op dit ogenblik voorhanden hebben, voldoen niet", aldus Sabien Lahaye-Battheu.

 

"Bovendien wordt aan klachten wegens familieverlating (minimum twee maanden niet-betaling van het onderhoudsgeld) te weinig gevolg gegeven door de parketten en de gedwongen uitvoering van vonnissen met betrekking tot het onderhoudsgeld, vaak derdenbeslag, is omslachtig."