Sabien voelt minister Vandeurzen opnieuw aan de tand over elektronisch toezicht.


Over het controlesysteem van gedetineerden onder elektronisch toezicht ondervroeg ik u al een aantal keer in deze Kamercommissie. Op mijn laatste vraag dienaangaande van 27 mei ll. antwoordde u "te zullen gaan voor een capaciteitsuitbreiding en een aantal wettelijke maatregelen te zullen nemen om toe te laten dat het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht (NCET) adequater kan reageren". "Tegen het parlementair reces geven we een round-up geven van de vooruitgang die we geboekt hebben", besloot u toen.

 

Die round-up hebben we helaas niet mogen ontvangen. Tijdens het parlementair reces vernamen we wel via de media (Het Nieuwsblad, 19 september 2008) dat

-          vanaf 1 oktober aan Nederlandstalige zijde zeven mensen in dienst zijn in plaats van de noodzakelijke negentien, aan Franstalige zijde acht in plaats van negentien;

-          er op 15 november zo'n honderdtal justitieassistenten in dienst zullen worden genomen er binnenkort ook militairen zullen worden gerekruteerd, die de overstap van het leger naar het NCET kunnen maken;

-          de wachtlijst van gedetineerden die een enkelband willen is aangegroeid tot 1.300 wachtenden, terwijl er maar 653 effectief een enkelband hebben.

 

Daarom – in de veronderstelling dat bovenstaande persberichten kloppen - volgende concrete vragen:

 

  1. Welke maatregelen plant u om een adequate controle tussen 1 oktober en 15 november te voorzien?
  2. Hoeveel justitieassistenten gaan er exact aan de slag op 15 november en hoe gebeurt de verdeling van de extra krachten per justitiehuis?
  3. Zal het aantal extra justitieassistenten volstaan om de wachtlijst van 1.300 gedetineerden weg te werken?
  4. Is een en ander technisch haalbaar? Hoeveel enkelbanden zijn er momenteel beschikbaar om mensen onder elektronisch toezicht te plaatsen?
  5. Hoeveel militairen hoopt u tegen wanneer te bewegen de overstap te doen van het leger naar het NCET? Blijft u bij uw standpunt dat er "met die overhevelingen geen budgetverschuivingen zullen gepaard gaan tussen Landsverdediging en Justitie en dat de FOD Justitie ook geen extra financiële incentives zal geven omdat ze al voldoende aantrekkelijke wedden en loopbaanperspectieven biedt" (cfr. uw antwoord op mijn parlementaire vraag van 1 juli ll.)?

 

Minister Jo Vandeurzen:

 

Ik antwoord eerst in algemene termen. In de loop van oktober zal het nationaal centrum verhuizen.

 

U moet goed begrijpen dat er in feite twee bewegingen moesten worden gemaakt. Een eerste beweging die we onmiddellijk hebben georganiseerd, is dat de manier waarop het elektronisch toezicht functioneert opnieuw adequaat en effectief moet worden gemaakt. Dat vroeg een wettelijke basis: een koninklijk besluit, richtlijnen. Het is eerste wat dus moest gebeuren, was dat ervoor moest worden gezorgd dat het NCET sneller kon reageren en dat ook het parket en de politie konden worden ingeschakeld indien gedetineerden de afspraken niet honoreerden of respecteerden. Vandaar dat er in de eerste fase nogal wat werk is geweest met het op punt stellen van de kwaliteit van ons toezicht en de globale organisatie van de maatregelen inzake elektronisch toezicht. Dat is nu dus in implementatie. Daarna, tegen het einde van het jaar, zal de vraag naar de capaciteit moeten worden ingevuld.

 

De invulling van het personeelskader op de dienst Monitoring van het NCET geniet uiteraard prioriteit, gelet op de vele initiatieven die op stapel staan op het vlak van de strafuitvoering en het elektronisch toezicht in het bijzonder. De equipe bestaat momenteel aan Nederlandstalige zijde uit 13 en aan Franstalige zijde uit 15 administratieve assistenten. Het globale personeelsplan van de justitiehuizen 2008 voorziet in een kader van 33 administratieve assistenten voor het NCET.

 

Momenteel is de situatie in de equipe zeer precair, onder meer door het personeelstekort. Er zijn in het kader van de reeds lang gevraagde mutaties onder de Nederlandstalige collega's vijf personen en aan Franstalige zijde zes personen die de dienst zullen verlaten. Er werden voor beide taalkaders kandidaten gezocht, zowel in het kader van de promotieprocedure van niveau D naar C, binnen de penitentiaire inrichtingen, als in het kader van de overgang van militairen van Defensie naar Justitie. Tevens werd een beroep gedaan op de reserves bij Selor en voor de Nederlandstaligen ook bij de VDAB.

 

Gelet op de selectieprocedures kan het NCET opnieuw rekenen op een voltallige bezetting van zijn personeelseffectieven. Er zullen in totaal 33 administratieve assistenten, 17 N en 16 F, worden tewerkgesteld op de dienst Monitoring. De meeste nieuwkomers zullen op 1 oktober 2008, vandaag, van start gaan. Enkelen konden zich om professionele verplichtingen elders niet eerder vrijmaken en zullen op 15 oktober 2008 in dienst treden. De laatste indiensttredingen zijn voor 15 november 2008. Daar zitten uiteraard ook een aantal mutaties in vanuit het leger, waarover ik later wellicht meer details kan geven, eens het protocol tussen Defensie en Justitie is gefinaliseerd.

 

Momenteel staan er 633 veroordeelden onder elektronisch toezicht. In totaal zijn er een 800-tal toezichtsets beschikbaar, waarvan er steeds een 150 in omloop zijn voor onderhoud, recuperatie enzovoort. Ik dien te onderstrepen dat de veiligheid nooit in gevaar is geweest en dat de registratie van de gegevens steeds heeft plaatsgevonden.

 

De personele versterking en uitbreiding op korte termijn moet het NCET in staat stellen om de controle op het elektronisch toezicht voluit te garanderen. Niettemin zal er een nieuwe werklastmeting komen, teneinde te evalueren of het vastgelegde personeelsbestand voldoende is.

 

Justitiehuizen zullen worden versterkt met een belangrijk aantal nieuwe krachten, waaronder 72 justitieassistenten op korte termijn. Bij de verdeling van de bijkomende medewerkers werd rekening gehouden met de lokale situatie. Zo werd onder meer rekening gehouden met de instroom van de opdrachten 2007 en 2008, de werklast en de werkachterstand per justitiehuis.

 

Wat de aanwerving van nieuwe personeelsleden betreft, dient er in dit kader ook te worden opgemerkt dat er tevens zal worden voorzien in bijkomende administratieve ondersteuning in de diverse justitiehuizen, en in een versterking van de centrale diensten van het directoraat-generaal Justitiehuizen.

 

Aan de directeurs van de justitiehuizen werd inmiddels gevraagd om een overzicht te maken van de situatie en een actieplan voor te leggen voor ieder justitiehuis. Het actieplan dient aan te geven welk acties moeten worden ondernomen om de achterstand te verminderen en weg te werken.

 

Tevens zal er een nieuwe meting komen teneinde te evalueren of het personeelsbestand dat voorzien was in de justitiehuizen inderdaad voldoende is. Tegen het einde van dit jaar worden de eerste resultaten van dat plan verwacht.

 

Sabien Lahaye-Battheu:

 

Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Het elektronisch toezicht is een systeem dat eigenlijk werd ingevoerd in de legislatuur 1999-2003. Tijdens de voorbije legislatuur was de ambitie om het aantal mensen onder elektronisch toezicht met duizend te doen stijgen. Ik heb de toenmalige minister van Justitie daar heel vaak over ondervraagd en heb eigenlijk moeten vaststellen dat die doelstelling niet is gehaald. We zijn ter plaatse blijven trappelen. Het ging toen om ongeveer 600 mensen, en vandaag zijn het er 633. Er blijft dus een probleem omtrent de capaciteit.

 

U hebt wel aangekondigd – daar is inderdaad werk van gemaakt – dat de werkwijze opnieuw op punt is gezet, dus dat die controle beter zou moeten gebeuren. Ik stel vast dat we op het vlak van de capaciteit echter nog altijd niet vooruitgaan. Het aantal wachtenden blijft. Ik blijf hoopvol als ik hoor dat er wordt gewerkt aan het personeelskader, zowel bij het NCIT als in de justitiehuizen.

 

Ik begrijp wel niet zo goed dat u zegt dat er aan de directeurs van de justitiehuizen een actieplan is gevraagd om de werkwijze misschien te verbeteren. Eigenlijk kennen de justitiehuizen het elektronisch toezicht nog maar net. Sinds begin van dit jaar moeten ze ermee werken. Ik begrijp dus niet goed wat de bedoeling is van dat plan.

 

Minister Jo Vandeurzen:

 

Het is toch belangrijk om op de laatste vraag nog even in te gaan. Oorspronkelijk werd het elektronisch toezicht vanuit de gevangenissen georganiseerd. In de vorige legislatuur heeft men dat overgeheveld naar de justitiehuizen. Men heeft daarbij een aantal procedures afgebouwd, zoals het afleggen van een huisbezoek om ter plaatse te verifiëren of er huisgenoten zijn, of zij akkoord gaan, enzovoort. Een aantal van die elementen is gesupprimeerd. Men doet die enquêtes dus niet meer.

 

Wij hebben in eerste instantie de organisatie van het elektronisch toezicht opnieuw scherpte gegeven. Men reageert, men gaat ter plaatse, men kijkt wat er gebeurt, enzovoort. Dat zijn een aantal randvoorwaarden voor de organisatie van het elektronisch toezicht, waarbij we opnieuw de puntjes op de i hebben gezet, eerst door een wetswijziging, een KB en dan door een richtlijn. We hebben inderdaad aan iedereen gevraagd om op een andere manier te kijken naar het elektronisch toezicht; zo moet er bijvoorbeeld een dossier worden overgezonden door de gevangenis aan de jusitieassistent om zicht te krijgen op de persoonlijkheid. Dat zijn verbeteringen om ervoor te zorgen dat het systeem effectiever en adequater functioneert.

 

Dat betekent in de eerste fase voor een aantal mensen natuurlijk ook een aanpassing van de werkwijze, maar niet noodzakelijk minder werk. Dat is nu in de steigers gezet. Op het terrein is men daarmee bezig.

 

In tweede instantie komt de vraag naar de capaciteit. Onze afweging is de volgende geweest. Men kan de capaciteit natuurlijk opdrijven door de procedure soepeler te maken, maar daarvoor hebben wij niet gekozen. Wij denken dat het beter is om die procedure kwaliteitsvol te houden en daarna de capaciteit uit te breiden. Daarom is gevraagd aan de justitiehuizen om daaromtrent actieplannen te maken. Hoe kan men meer capaciteit genereren ter plaatse, gegeven de omstandigheden waarin de justitiehuizen zich in elk arrondissement bevinden? Om daarop ook een monitoring te kunnen doen, zodat we zien dat er effectief iets gebeurt op het vlak van de capaciteit, heeft men zijn dossiers moeten indienen. Dat is gebeurd. We zijn nu bezig met de werving van de nieuwe assistenten, wat in de volgende weken zal gebeuren. De examens zijn gepasseerd. Dat zal zich voltrekken.

 

Het is dus belangrijk dat u ziet dat er twee bewegingen moesten worden gemaakt, een kwalitatieve beweging en een kwantitatieve beweging. Het is duidelijk dat dit voor een aantal mensen niet zo evident is. Er moet een aantal wijzigingen gebeuren met betrekking tot de nauwkeurigheid van het toezicht, de reactiesnelheden, enzovoort. Ook de politie is daarbij betrokken. Dat is een complexe organisatie, maar volgens mij kon men niet kwantitatief uitbreiden zonder er eerst voor te zorgen dat het toezicht – degenen die bij Justitie daarbij berokken zijn – kwalitatief wat sneller op de bal kon spelen.