Politie moet betogingen met mobiele camera's kunnen filmen. Sabien dient hiertoe een wetsvoorstel in.


Politiediensten moeten in het kader van de openbare handhaving mobiele bewakingscamera's kunnen gebruiken. Die camera's moeten daarom uit het toepassingsgebied van de zogenaamde camerawet worden gehaald, zodat op legale en efficiënte wijze aan preventie kan worden gedaan en bewijsmateriaal kan worden verzameld.

 

Dat is de belangrijkste wijziging aan de huidige camerawet, die in het wetsvoorstel van Sabien zit vervat.

 

"Als ze vandaag mobiele camera's gebruiken, kunnen politiediensten niet voldoen aan de vereiste informatieplicht via pictogrammen, die aangeven dat de mensen worden gefilmd. Een politieagent kan moeilijk met een bord op zijn rug lopen om aan te geven dat hij aan het filmen is, of een politiehelikopter zou al een groot spandoek achter zich aan moeten slepen om duidelijk te maken dat er gefilmd wordt. Bovendien is het in geval van spontane betogingen of rellen onmogelijk om de vereiste toelatingsprocedure voor het plaatsen van camera's in niet-besloten plaatsen te doorlopen (via gemeenteraad en korpschef van de betrokken politiezone en aanmelding bij privacycommissie)", schetst Sabien de problemen. "Natuurlijk blijft de gebruikelijke privacywetgeving wel van toepassing op het gebruik van mobiele camera's."

 

Advies

 

Inzake die toelatingsprocedure bepaalt het wetsvoorstel van Sabien dat het advies van de korpschef vóór het advies van de gemeenteraad moet komen. "Natuurlijk heeft de gemeenteraad altijd het laatste woord", aldus Lahaye-Battheu. "Bovendien zou het advies van de korpschef alleen nog betrekking mogen hebben op de veiligheidsanalyse en niet meer op de doelmatigheidsanalyse en de privacybeginselen. Dit laatste moet gebeuren door 'de verantwoordelijke voor de verwerking' bij de lokale politie aan wie de plaatsing van een camera zou moeten worden gemeld."

 

Plaatsen

 

De huidige camerawet, die sinds juni 2007 van kracht is, is van toepassing op drie verschillende soorten plaatsen: niet-besloten plaatsen  (gemeentepleinen of openbare wegen), voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen (winkels, banken, enz.) en niet voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen (hal van een appartementsblok, familiewoning, fabrieken, enz.). "Vooral het onderscheid tussen besloten en niet-besloten plaatsen leidt in de praktijk tot interpretatieproblemen. Daarom moet het niet besloten karakter van een plaats nader worden gedefinieerd in de wet."

 

Sabien vraagt een snelle behandeling van haar wetsvoorstel in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Morgen buigt alvast de Senaatscommissie Binnenlandse Zaken - waar in de vorige legislatuur de camerawet tot stond kwam op initiatief van gewezen Open VLD-senator Stefaan Noreilde, en die tot doel had een wettelijk kader te creëren voor het gebruik van bewakingscamera's - zich ook over de huidige wet. Het wetsvoorstel werd intussen ook door de Open Vld-senatoren Filip Anthuenis en Nele Lijnen ingediend in de Senaat.