Zeven op de tien boetes blijven onbetaald


Wanneer een rechter een geldboete heeft uitgesproken, komt dat vonnis terecht bij de ontvanger der domeinen en penale boeten, een ambtenaar van Financiën. Die stuurt dan een schriftelijk betalingsverzoek. Als daar niet binnen de gestelde termijn op gereageerd wordt, volgt in principe een aangetekende brief.

En wanneer ook dat niet helpt, speelt de ontvanger het dossier door aan een gerechtsdeurwaarder die het verschuldigde bedrag moet gaan innen. "Maar dikwijls komt het zover niet. In heel wat arrondissementen stuurt de ontvanger van Financiën de openstaande vorderingen immers niet door naar een gerechtsdeurwaarder. In het arrondissement Hoei is zelfs al een paar jaar geen enkel dossier nog naar een gerechtsdeurwaarder gestuurd", aldus Sabien, die de cijfers opvroeg bij minister van Financiën Didier Reynders (MR). "Boetes moeten sneller en efficiënter worden geïnd en vooral ook gelijk in ieder arrondissement."

Zeven op de tien boetes blijven onbetaald

Wie van de rechtbank een geldboete krijgt en die niet betaalt, voelt ook geen enkele dwang voelen om te betalen. Bijgevolg groeit het bedrag aan niet-geïnde boetes jaar na jaar. In 2005 stond er ruim 75 miljoen euro open, het jaar bijna 90 miljoen en in 2007 bijna 100 miljoen euro.

Jaar

 te innen

door

de ontvanger

gedwongen invordering

niet betaald

procentueel

niet betaald

 

 

 

 

 

 

2005

124.664.491,55

41.447.407,13

7.669.362,89

75.547.721,53

60

2006

    138.286.102,96

40.900.362,62

8.371.584,49

    89.014.155,85

64

2007

138.603.002,05

36.078.834,66

4.676.591,84

97.847.575,55

70

Twee opmerkingen bij bovenstaande cijfers en bijgevoegde tabellen die een opsplitsing per arrondissement weergeven:

- De arrondissementen Ieper, Veurne, Gent, Oudenaarde, Brussel, Eupen en Doornik zijn niet in rekening zijn gebracht, want bij gebrek aan informatisering (de boeten zijn (nog) niet geïntegreerd zijn in een geautomatiseerde boekhouding) en personeel zijn ze niet in staat de gevraagde gegevens te leveren. "Rekening houdend met het aantal in te vorderen boeten lijkt het niet aangewezen de betrokken kantoren te verplichten de gevraagde gegevens manueel te verzamelen want dat zou tot gevolg hebben dat ze hun eigenlijke opdracht niet kunnen uitvoeren: de strafrechtelijke veroordelingen uitvoeren", aldus de minister Reynders.

Wat betreft de bedragen die door een gerechtsdeurwaarder gedwongen werden ingevorderd, moet worden gepreciseerd dat deze in bepaalde gevallen niet alleen de boeten bevatten, maar ook de gerechtskosten en de bijdrage tot het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. Die bedragen hebben niet enkel betrekking op het jaar waarin de ontvangst werd geboekt maar eveneens op boeten uitgesproken in voorgaande jaren. "Voor wat mijn departement betreft kan ik u laten weten dat de ontwikkeling van het investeringsproject ICT STIMER (Système de Traitement Intégré Multiple Entité Recouvrement), waarin de invordering van de penale boeten een prioritaire module is, goed opschiet. De automatisering van de kantoren werd geïntegreerd in het project STIMER. Dit systeem zal zowel de boekhouding als de inning en de invordering omvatten. De geautomatiseerde overdracht van de vonnis- en arrestuittreksels zal er eveneens deel van uitmaken. Tenslotte zal de Administratie Niet Fiscale Invordering dank zij STIMER in staat zijn statistische en financiële inlichtingen te verstrekken met betrekking tot de invordering van de penale boeten of het nu is per kantoor, per gewest of op federaal niveau", aldus minister Reynders.

Vervangende celstraffen, werkstraffen en incassobureaus

De inning van boetes is het werk van de ambtenaren van Financiën, maar blijft een verantwoordelijkheid van het gerecht, van de minister van Justitie dus. Bij de bespreking van zijn beleidsnota vorig jaar, stelde voormalig minister van Justitie Jo Vandeurzen de inning van de boetes op dezelfde hoogte stelde als de strafuitvoering, twee belangrijke prioriteiten voor Justitie. Ook zijn opvolger Stefaan de Clerck gaf al mee op die golflengte te zitten. Actie is meer dan ooit gewenst, leren bovenstaande cijfers.

"Het gebrek aan dwang vertaalt zich immers in een stijgend percentage boetegeld dat niet wordt betaald. En de vervangende celstraffen die in principe mogelijk zijn, worden door de overbevolking van de gevangenissen niet meer uitgevoerd. Misschien moeten voor zware dossiers (bijvoorbeeld fiscale fraude en drugscriminaliteit) die vervangende celstraffen wél worden uitgevoerd", aldus Sabien, die er ook voor pleit werk te maken van boetevervangende werkstraffen.

Tot slot zouden ook private incassobureaus soelaas kunnen bieden, om zowel correctionele boetes als boetes uitgesproken door politierechtbanken efficiënter te innen. "Voormalig minister van Justitie Jo Vandeurzen kondigde in zijn beleidsnota voor dit jaar de oprichting van een gerechtelijk inningskantoor aan, waardoor verkeersboetes sneller zouden kunnen worden geïnd. Het kantoor zou trouwens niet alleen de geldboetes die worden opgelegd bij een veroordeling kunnen innen, maar eveneens de minnelijke schikkingen - dat is het verval van de strafvordering door betaling van een geldsom - en de onmiddellijke inningen die voor bepaalde verkeersinbreuken worden voorgesteld. Ook zijn opvolger gaf begin dit jaar mee het idee "genegen" te zijn en er snel "werk van te willen maken". Intussen is het windstil op dat front en daarom zal ik de minister opnieuw vragen naar een stand van zaken."